De woorden die we gebruiken als we het hebben over de universele wijsheid van het leven, kunnen ook voor verwarring zorgen. En, vanuit een bepaald standpunt, begrijp ik dat.

Wijzen naar het feit dat we in essentie allemaal een unieke uiting van dezelfde levensenergie zijn, kan zomaar gehoord worden als: ‘dat we dan niets meer hoeven te doen om dingen te veranderen’. Althans, die woorden hoorde ik laatst in een gesprek. En dus vond ik het nuttig om dit op mijn manier uit te leggen.

Want in plaats van de implicatie dat we na het herkennen van onze eigen wijsheid niets meer zouden doen of ondernemen, lijkt het mij veel nuttiger om ons (in alle gevallen) eerst eens af te vragen vanuit welk uitgangspunt er in wezen gekeken wordt. Nu al. Wellicht valt er dan te ontdekken dat het precies andersom werkt.

Voor zover ik het op dit moment kan zien heeft de herinnering aan heelheid namelijk altijd een heldere bijwerking met logisch en natuurlijk handelen als gevolg.

Zoals bijvoorbeeld (ik doe even een snelle greep); spontane gesprekken op straat voeren, een verdrietige vriendin troosten, je kinderen liefdevol ondersteunen in hun eigen keuzes, muziek maken, verhalen of gedichten schrijven, mijmeren, genieten van de ondergaande zon, zingen, tekenen, schilderen, je verdriet delen, huilen, lachen, door de bergen lopen, wandelen in het bos, een marathon rennen, verliefd zijn, sorry zeggen, luisteren naar de verhalen van anderen, de vlinders in de tuin bewonderen, vallen en weer opstaan, spontaan een nieuw besluit nemen en ga zo maar door.

Als al deze (oneindige manieren) gewoon ontstaan vanuit het uitgangspunt dat we allemaal dat ene leven zijn, dan gaat het niet meer over het veranderen van dingen. Dan is er alleen (en dat is in wezen ook echt altijd het enige wat mogelijk is) het volgen van logisch en natuurlijk leven. Gewoon omdat we dat al zijn. Nu al. Het is dit al.

We zijn deze allesomvattende levensliefde in uitvoering al. En we kijken vanuit deze universele wijsheid (ons werkelijke uitgangspunt dus) onze wereld in.