In Het Parool werd een paar weken geleden gevraagd wie onze favoriete Amsterdammer is. Ik wist toen meteen wie ik daartoe wilde benoemen.
Mijn favoriete Amsterdammer ligt namelijk in het water van de rivier het Gein, tussen het witte bruggetje en Driemond. Het is de Amsterdam, een klein lief bootje gemarkeerd met een grote 3. In weer en wind ligt ie daar, stevig en kwetsbaar tegelijkertijd. Want roest en algen beginnen het langzaam over te nemen en op de bodem klotst een laagje rivierwater mee met de deining van het Gein. Iedere keer als ik hem daar zie liggen dan lijkt hij tegen me te zeggen: “We zijn Altijd al Thuis. Waar we ook zijn.” En toen ik net, tijdens mijn hardlooprondje, even stilstond om hem te begroeten zag ik een stoffer en blik in het vooronder liggen. Wellicht wordt hij binnenkort schoongemaakt en mag hij daarna zijn motor horen ronken. Zodat hij zijn liefste bezigheid weer mag voelen; Varen naar het onbekende, wetende dat hij Altijd al Thuis is, waar dat ook is…