Ik hoorde laatst in een gesprek iets wat stof gaf tot het schrijven van dit blog. De metafoor van de 3Principes werd namelijk even snel genoemd als een manier van persoonlijke ontwikkeling.
En om maar meteen met de deur in huis te vallen; deze metafoor is geen methode voor persoonlijke ontwikkeling. Sterker nog; het inzicht waar deze metafoor naar verwijst, maakt het juist mogelijk om te kunnen herkennen dat alles onpersoonlijk (oftewel volstrekt neutraal) van aard is.
De metafoor van de 3Principes geeft woorden aan de psychologische werking van al onze ervaringen (de logica van de psyche) en verwijst tegelijkertijd naar de diepere essentie daarachter. Het is een richtingaanwijzer naar datgene wat we ergens diep van binnen allemaal al weten omdat we eruit bestaan. We zijn deze, in essentie, woordloze wijsheid al.
We kunnen blijkbaar geloven dat we nog beter, wijzer, spiritueler, intelligenter, rijker of gezonder moeten zijn. Of dat we juist minder onzeker, minder bang, minder schuldig of minder angstig moeten worden. En daar kunnen we dan allerlei persoonlijke ontwikkelplannen op loslaten (spiritueel, energetisch, psychologisch, intellectueel of lichamelijk).
Wat we ons daarentegen tegelijkertijd ook kunnen realiseren is dat we vanuit een voor waar aangenomen persoonlijkheid niet werkelijk kunnen begrijpen waar deze metafoor naar verwijst. En maak je geen zorgen. Dat kan niemand op die manier.
Als we namelijk denken dat we dit inzicht moeten kunnen begrijpen omdat het bijdraagt aan persoonlijke ontwikkeling dan zien we (hetzij vanuit volkomen onschuld) steeds weer iets cruciaals over het hoofd. Het is dan ook hetzelfde persoonlijke denksysteem dat de mogelijkheid heeft om te blijven denken dat het zichzelf moet begrijpen.
De realisatie echter dat alles in essentie neutraal en dus volstrekt onpersoonlijk is, kan zorgen voor de werkelijke herinnering aan heelheid. En die is nu al mogelijk. Gewoon nu al (niet straks, niet gisteren of overmorgen, niet na dit of dat, niet pas als zus of zo).
Deze universele wijsheid hebben we allemaal al aan boord. Het is wat we zijn. Kortom; we ‘weten’ (herkennen, voelen, herinneren) dit op een dieper en woordloos niveau al, óók als we ons daar (tijdelijk) niet bewust van zijn.
Inzicht (het zicht van binnenuit) communiceert dit namelijk al. Aan deze keukentafel, in deze auto, op deze fiets, tijdens deze wandeling, tijdens het lezen van deze woorden, middenin dit diepe verdriet of deze uitzichtloze situatie. Het is er al. Waar we ook zijn, wat er ook verschijnt en hoe het ook voelt.
De herinnering aan onze aangeboren wijsheid en heelheid en daarmee ook aan de absolute logica van al onze ervaringen kan er zomaar voor zorgen dat we de essentie van dit moment gaan herkennen. En die is simpel, helder, logisch en natuurlijk. Nu al. Van zichzelf al.