Vandaag kwamen we elkaar weer tegen. De wandelende mevrouw en ik. Ik had haar al vaker zien wandelen en gisteren raakten we voor het eerst aan de praat.

Het had die nacht flink gevroren, het landschap was wit. Ik was aan het hardlopen. Het was een heerlijke ochtend. Koud met een felblauwe lucht en stralende zon. 

In de verte zag ik haar lopen. Al zwaaiend zeiden we hallo en ik riep: “Wat een feestje hè, dit allemaal?” Die zin kwam in me op en voordat ik er erg in had was hij eruit. Spontane klanken.

En zo raakten we aan de praat. We kletsten over wandelen, over de leeftijd 80 plus, over haar man die nu ruim twee jaar geleden was overleden, over haar zoon die blijkbaar op dezelfde middelbare school had gezeten als ik en over nog veel meer gezellige dingen waarover blijkbaar te kletsen viel op dat moment.

Ze vertelde me dat ze bijna iedere dag wandelde en daarmee was begonnen toen haar man er niet meer was. Het gaf haar energie en ze merkte dat haar lichaam soepel bleef. Ook bemerkte ze dat het wandelen eigenlijk vanzelf ging. Het was iedere keer alsof ze alleen maar de actie hoefde te volgen. Het was geen bewust besluit. Er werd gewoon gewandeld. En zo draaide ons gesprek van gezellige kletspraat naar het delen van inzicht in de logische beweging van het leven. 

Het leven leeft, het leven denkt niet na over wel of niet wandelen, wel of niet eten, wel of niet slapen. Er valt simpelweg in ieder moment te volgen wat er blijkbaar op dat moment gedaan wil worden. Er werd blijkbaar gewandeld.

En daar valt iets interessants en essentieels te zien; als we ons de oneindige ruimte herinneren die we AL zijn, dan valt er wellicht ook te zien dat het leven eigenlijk altijd logisch en natuurlijk is. En dat wij dat dus ook zijn. Logisch leven in uitvoering, ieder nieuw moment weer.